Bredene

Bredene, gemeente in België, prov. West-Vlaanderen, arr. Oostende, 13,08 km2, met 13!020 inw.
Bredene ligt aan de Noordzee, deels aan de Middenkust, deels in de Zeepolders, aan het Kanaal Brugge–Oostende. Er zijn drie woonkernen: de badplaats Bredene-aan-Zee, het landelijk gebleven Bredene-Dorp en de industriewijk Sas-Slijkens aan de achterhaven van Oostende (met de in 1758 in gebruik genomen zeesluis die de haven van Oostende met het kanaal verbindt). Bredene is het belangrijkste kampeercentrum van de Belgische kust (ca. 60% van de totale kampeergelegenheid) en komt wat het aantal jaarlijkse overnachtingen betreft op de zesde plaats onder de kustgemeenten. Bij laagtij is het strand 350 à 400 m breed. De duinen zijn goed bewaard gebleven, vrij sterk begroeid en fungeren nog steeds als natuurlijke verdedigingsgordel tegen de zee (Bredene heeft geen kustdijk). Enige industrie (visconserven). Er is een elektriciteitscentrale, tevens de eerste zeewaterontziltingsinstallatie van België. Voorts landbouw. Woonfunctie voor het aanpalende Oostende. Van de werkbevolking is 3% werkzaam in de landbouw, 18,3% in de industrie en 72,8% in de dienstensector en 5,7% bedrijf onbekend.
De neogotische St.-Richariuskerk (tweede helft van de 19de eeuw) bezit een gebeeldhouwde kansel uit 1717. Het kapelletje van O.-L.-Vrouw-ter-Duinen (1736), ook Visserskapel genoemd, is een bedevaartsoord voor vissers. Hoewel nog geen systematische opgravingen werden ondernomen, bewijzen talrijke vondsten van Romeinse oudheden dat Bredene reeds in de Romeinse tijd bewoond was. Heemkundig museum ‘Turkeijenhof’. Bredene stond in 1877, 1896, 1897 en 1971 gebiedsdelen af aan Oostende
In het gebied tussen Bredene en Houthave is de wandelaar de koning te rijk. Het immense polderlandschap laat toe uren te stappen en te genieten van het weidse vlakke land. Toch verkiezen we voor onze wandeling de Bredense duinen. Want ze zijn en blijven iets heel bijzonders.
Terwijl aan de Vlaamse kust heel wat duinen ten prooi vielen aan de bouwkoorts, bleven die te Bredene relatief goed bewaard. Soms tot 400m. breed, een hoogte die 25m. haalt, op nog vele plaatsen bebost, en geen zeedijk: hier lopen duinen en strand nog op natuurlijke wijze in elkaar.

We starten aan het Feestplein in Bredene, stappen via de tunnel onder de Koninklijke Baan en vanaf de strandingang Astrid beginnen we aan een heerlijke strandtocht, richting De Haan.
Aan strandingang De Droge Opgang (post 4) lopen we eventjes de duinen op tot aan het Rustpaviljoen. Daar ontvouwt zich bij open weer een enig uitzicht op Bredene, de polders en op de kustlijn die in het westen onderbroken wordt door het havenhoofd van Oostende. We vervolgen onze weg langs het strand tot aan de strandpost 5, waar we de Duinpan instappen.
Die Duinpan vormt een der hoogtepunten van onze tocht. Tussen zee- en landduinen situeert zich hier een uitholling met zeldzame beplanting zoals duindoorn en kruipwilg. Net boven de duinen loopt de Slaperdijk vanwaar we andermaal van een fraai panorama kunnen genieten. Die Slaperdijk doet trouwens dienst als zeewering wanneer de duinen het zouden begeven.
We steken opnieuw de Koninklijke Baan over en nemen rechts de Kapellestraat, richting Bredene. Iets verderop, links bevindt zich de schipperskapel O.L.Vrouw-ter-Duinen, een bedevaartsoord dat bij de vissers zeer geliefd is. Verder richting Bredene, zien we rechts t’Paelsteenveld, een openbaar recreatiedomein dat model kan staan voor de ganse kust. We slaan links de Brusselstraat in. Dan de Golfstraat en een stukje Duinenstraat tot aan de Frankrijklaan.
Een tochtje langs leuke villa’s brengt ons tot de Verdunlaan en via Schelpen- en Pauwhoflaan belanden we aan het Turkeyenhof. Een ideale plaats om de wandeltocht te beëindigen, met desgewenst een natje en droogje. Maar het Turkeyenhof is meer: ooit was het eigendom van de Graven van Vlaanderen, en we kunnen er het gezellig heemkundig museum bezoeken. De liefhebbers treffen er een rijke verzameling Noordzeeschelpen aan.
Wie van hier naar het vertrekpunt wil, neemt liefst de Zegelaan en nadien de Zeelaan. Langs een stukje Driftweg bereikt men opnieuw het Feestplein.

De Haan, gemeente in België, prov. West-Vlaanderen, arr. Oostende, 42,17 km2, met 11!199 inw. Zij ontstond in 1977 door samenvoeging van Klemskerke, Vlissegem en Wenduine.
De Haan, gelegen aan de Noordzee, deels aan de Middenkust, deels in de Zeepolders, is een belangrijk toeristisch centrum met twee badplaatsen: De Haan (ca. 10% van het aantal overnachtingen aan de kust), op het grondgebied van de vroegere gemeenten Klemskerke en Vlissegem, is het resultaat van een in 1887 door de architect Colinet genomen initiatief (breed strand, casino, moderne villawijken, preventoria en kindertehuizen); Wenduine (ruim 5% van het totale aantal overnachtingen) heeft een bijna 2 km lange wandel- en zeedijk met in zee uitstekende rotonde en ca. 20 ha duinen. Landbouw in de Zeepolders. Van de werkbevolking is 4,3% werkzaam in de landbouw, 14% in de industrie en 74,6% in de dienstensector en 6,9% bedrijf onbekend. Recreatiepark (1990).

duindoorn, de plantensoort Hippophae rhamnoides uit de Duindoornfamilie. De duindoorn, die in Europa en Azië voorkomt, vindt men in Nederland en België algemeen in het wild in het duingebied. Het is een tweehuizige, gedoornde heester met smalle grijsachtige bladen, die van onderen dicht grijsbeschubd zijn. De bloemen zijn klein en groenig (april–mei), de schijnbessen zijn oranje (soms geel) en bevatten veel vitamine C. Een duindoorn wordt 1,20–4,50 m hoog. Duindoorns worden ook als tuinheester geteeld.

Het geslacht Hippophae (v. Gr. plantennaam hippophaes, een gedoornde plant, echter niet de duindoorn) telt twee of drie soorten, die voorkomen in Europa en Azië.