Door de polders van Houthave en Meetkerke.

Houtave, deel van de Belgische gem. Zuienkerke, prov. West-Vlaanderen, tot 1977 (479 inw.) een zelfstandige gemeente, in de Zeepolders, aan het Kanaal Brugge–Oostende. Gerestaureerde gotische kerk (13de–14de eeuw). Gallo-Romeinse vondsten.
Zuienkerke, gemeente in België, prov. West-Vlaanderen, arr. Brugge, 48,86 km2, met 2766 inw.
Zuienkerke, gelegen in de Zeepolders, aan het Kanaal Brugge–Oostende, is een landbouw- en woonforensengemeente. Laat-gotische kerk (16de eeuw) met romaanse vieringtoren (12de–13de eeuw). Landhuis Kleihem (17de eeuw).
De huidige gemeente Zuienkerke ontstond in 1977 door samenvoeging van de toen opgeheven gelijknamige gemeente (974 inw.) met Houtave, Meetkerke en Nieuwmunster (waarvan ca. 0, 7 km2 naar De Haan ging).

Met de kerk van Houthave aan onze linkerkant en een oude herberg uit 1755 aan onze rechterzijde, lopen we op restaurant-kunstcentrum Roeschaert af. Daar draaien we rechts de Kerkhofstraat in. Waar de bebouwing ophoudt, hebben we een merkwaardige grot, met een rustbank in en een kapelletje erboven. We wandelen onmiddellijk door het vlakke land, tussen de weide. We bochten met onze weg naar links en belanden wat verder op een andere weg. Linksaf. Dan de eerste rechts, de Loweg. We stappen nu over een rustig asfaltwegje, tussen de weiden. We negeren een doodlopende zijweg rechts, belanden op een T en gaan daar rechtsaf. Op de volgende splitsing hadden we graag langs de Pottenbakkershoeve gewandeld maar de veldweg achter deze hoeve is verdwenen. Linksaf dus tot we uitkomen op de drukke weg Wenduine-Brugge, die we zo’n 800 m naar rechts moeten volgen.
We nemen de eerste straat rechts, de Oude Molenweg. Deze straat leidt ons naar de kerk van Meetkerke. Achter de kerk draaien we naar rechts en genieten van het sfeervolle dorpscentrum. We steken de Blankenbergse vaart over en volgen de Vaartwegel naar links. De Blankenbergse vaart is er smal en de Vaartwegel wordt dat, na een laatste huis, ook.
We stappen richting windmolen en kapelletje, dat aan de Kapellebrug staat. Rechtsaf en even verder linksaf, de Biezenstraat in. Zowel links als rechts hebben we een hoeve. Dan komen we aan de stenen Poldermolen, de enige Vlaamse windmolen met scheprad, in 1811 aan de Biezenweg opgericht om de Meetkerkse moeren te malen. We vervolgen onze weg en in een bocht staat een schitterend klein huisje. We wanen ons even in Bokrijk.
We stappen verder en negeren links de Moerdreef. Aan onze rechterkant zien we een grote vijver en achter deze plas nemen we rechts de Moerstraat. Een onverharde weg, die wat verder overgaat in een mooie dreef. Rechts van ons de kerk van Meetkerke en in de verte die van Houthave.
Op de T volgen we de dreef naar rechts. Links staan er geen bomen meer. We bochten met onze dreef naar links en vervolgen onze weg door een prachtig open landschap, met her en der verspreid de typische hoeven met rode pannendaken. Ons pad gaat over in een asfaltweg. Rechts zien we een privé-weg, die naar een mooie, witte hoeve leidt. Wat verder wandelen we voorbij een andere boerderij en na een knik naar links nemen we het wegje rechts. Een mooie, kronkelende weg, met links een brede ‘beek’, die Oosternieuwege zwin blijkt te heten. We wandelen voorbij een mooi wit huisje, negeren een privé-weg rechts en stappen voorbij de hoeve Schapenhof. We negeren de Marestraat rechts en nemen vervolgens links, de Linzestraat, richting Stalhille, waarvan we de kerk in de verte zien staan.
Op de T gaan we rechtsaf en volgen we de Westernieuwweg, die ons naar de St.-Antoniuskapel brengt. De kapel werd herbouwd in 1996. Hier gaan we rechts de Kapellestraat in. We bochten mee naar links en nemen de eerste rechts, de Kerkhofstraat, die ons terug bij de kerk van Houthave brengt.

Bron: Kreo, maandblad van Vakantiegenoegens


Zeepolders, geografische streek in België, begrensd door de duinengordel in het westen en de grillige hoogtelijn van ca. 5 m in het oosten en het zuidoosten. De Zeepolders vormen een strook van 10 à 15 km breedte, behalve in de Westhoek, waar de IJzerpolders en de Handzamedepressie tot 30 km ver landinwaarts doordringen. De gemiddelde hoogte bedraagt 3 à 4 m, in de droogmakerijen van De Moeren en de moeren van Meetkerke en Gistel slechts ca. 1 m. De inpoldering van het zeekleigebied verliep in fasen, wat landschappelijk waarneembaar is. De Oudlandpolders (8ste–9de eeuw) vertonen een micro-reliëf (zie Poldervlakte), waarbij er een duidelijk verband optreedt tussen agrarisch bodemgebruik en bewoning. In de Middellandpolders (9de–12de eeuw) is dit minder zichtbaar, terwijl in de Nieuwlandpolders, met name de Zwinpolders, evenals in de historische polders van Oostende dit inversiereliëf ontbreekt. De Zeepolders zijn een agrarische streek met lage bevolkingsdichtheid 50à 100 inw./km2) op het platteland, dat bestaat uit een open landschap met verspreid liggende hoeven en kleine kerkdorpen. De overwegend grote landbouwbedrijven zijn vooral gericht op akkerbouw. Bodemgebruik (1992): 35% grasland, 30% graan (tarwe, gerst), 11% nijverheidsgewassen (suikerbieten, vlas), 3% aardappelen, 9% groenvoeders en 3% tuinbouw. In het westen komen twee kleinstedelijke verzorgingscentra voor, Diksmuide en Veurne. Op de noordoostrand van de Zeepolders ligt het regionaal stedelijk verzorgingscentrum Brugge. Buiten die centra en de omgeving van Oostende en Zeebrugge ontbreekt alle industrie.

Meetkerke, deel van de Belgische gem. Zuienkerke, prov. West-Vlaanderen, tot 1977 (420 inw.) een zelfstandige gemeente, in de Zeepolders. Kerk met 13de-eeuwse kruisbeuk en laat-gotisch Mariawonderbeeld (ca. 1500). Poldermolen (1811).

Nieuwmunster, deel van de Belgische gem. Zuienkerke, prov. West-Vlaanderen, tot 1977 (400 inw.) een zelfstandige gemeente, aan de Noordzee (Oostkust), deels in de Zeepolders. Deels vroeg-gotische kerk.