Zedelgem(Loppem)

Loppem, deel van de Belgische gem. Zedelgem, prov. West-Vlaanderen, tot 1977 (3900 inw.) een zelfstandige gemeente, in het Westelijk Houtland. De in oorsprong laat-gotische kerk (16de eeuw) werd in 1870 neogotisch verbouwd. Neogotisch kasteel van Loppem (1859–1862), waar in 1918 de eerste naoorlogse regering (de ‘regering van Loppem’) werd gevormd, thans museum; modern kasteel Ter Loo. Kunstmatig meer.

Het Merkemveldpad leidt ons naar een zelfs in Loppem minder gekend gebied. De naam van het pad is ontleend aan het domein Merkemveld, dat zich in de uiterste zuidpunt van de gemeente bevindt. De wandeling heeft een lengte van 11 km. met een mogelijk, en aan te raden uitloper tot 13km.
We starten op de dorpskern nabij de kerk. De vierkante onderbouw van de kerk is zeer oud. De achthoekige torenspits en de linker zijbeuk werd in de periode 1616-1619 gebouwd. De rechter zijbeuk werd in 1869 voltooid.
We gaan door de Kerkstraat en komen zo in de Ieperweg. Aan de rechterkant zien we het prachtig rusthuis ‘Maartenshove’, waarvan op 2 oktober 1976 de eerste steen gelegd werd. Links, aan de muur van de parochiezaal bevindt zich nog één van de weinige kapelletjes van Loppem(bouwjaar 1952).
We steken de spoorweg en de autobaan over en vervolgen onze weg langs de Eeninckstraat. De beek die we oversteken is de Kerkebeek. Deze was de oorzaak van heel wat waterellende in Loppem in de jaren 1970-1980.
Wat verder, waar nu huisnummer 27 is, stond vroeger een hofstede uit de 16de eeuw. Die is afgebroken en terug opgebouwd in het Openluchtmuseum van Bokrijk. We slaan rechtsaf en komen in de nieuwe verkaveling ‘Bosrand’ met de straatbenaming Zandberg. We zetten onze weg verder in de richting Sijsen, een rustige en prachtige wandelweg. Wanneer we tussen de huizen komen hebben we rechts een mooi zicht op de Priorij van O.L.-vrouw van Bethanie. Dit gebouw werd in 1925 door kardinaal Mercier ingewijd. We vervolgen onze weg naar links in de Rolleweg. Aan het einde van het bos vindt u een wegwijzer naar de grot van Emmaüs. De grot zelf bevindt zich een 200-tal meter van de weg verwijderd in het bos. Regelmatig gaat de parochiale gemeenschap er op bedevaart.
Wanneer we het Augustijnerhof voorbij zijn naderen we vlug de provincieweg, de Heidelbergstraat. We steken voorzichtig deze weg over en gaan verder langs de Oude Ieperweg. De hofstede ‘Westhove’ is het geboortehuis van een zeer oud en voornaam Loppems boerengeslacht, de Meyaerts. Wat verderop zien we het ‘Hof ter Hille’. Deze hofstede, in de volksmond Schaapshofstede genoemd, zal weldra twee eeuwen bewoond en uitgebaat worden door afstammelingen van de familie Strubbe. Aan het einde van de Oude Ieperweg slaan we links af in de Diepstraat. Aan de rechterzijde bevindt zich de fabriek Sperry New Holland (Clayson), waar landbouwmachines vervaardigd worden. Via Pierlapont en de Merkemveldweg bereiken we het eigenlijke Merkemveld. We bevinden ons hier op de parochie Sint-Eligius.
Aan het Merkemvelddomein slaan we links af. U bent nu ongeveer halfweg de wandeling. Het scoutscentrum biedt zijn diensten aan als rustplaats. U kunt de dorstige keel verfrissen en de vermoeide benen en voeten even tot rust laten komen. Degenen die willen genieten van het natuurschoon van Merkemveld slaan aan het volgend kruispunt rechtsaf. Wie echter de kortste weg verkiest neemt de weg naar links. We kruisen de Parkdreef, die naar het kasteel Baesveld leidt en komen zo in het gemeentelijk domein dat in 1984 door de gemeente Zedelgem werd aangekocht, om dit prachtig natuurgebied te beschermen. Volg rustig de bewegwijzering en geniet met volle teugen van het Merkemveld.
Bij het verlaten van het bos zien we rechts nog een kapelletje. We slaan links af in de Zeedijkweg. Aan de linkerzijde bemerken we het ‘Beekhof’, dat uitgebouwd is tot een moderne varkenskwekerij. Vroeger was deze hoeve een gedeelte van de verderop gelegen hofstede ‘Het Klokhof’, dat nu tot een melkveebedrijf omgeschakeld is. Let even op het klokje in de nok van deze laatste hofstede. Tussen deze twee hofsteden zien we aan de rechterkant het ‘Hof ter Pierlapont’, een modern gemechaniseerd landbouwbedrijf. Ietwat verderop, over de spoorweg, bemerken we aan de rechterzijde een bunker.
Aan het einde van de Zeedijkweg vervolgen we onze wandeling rechtsaf langs de Heidelbergstraat. Aan de rechterkant zien we het Vijverskasteel dat gebouwd werd in 1794. Het park zelf werd aangelegd in 1844. In 1948 werden er vijvers gegraven in het park. Hieraan heeft het kasteel zijn naam te danken.
We steken de spoorlijn Brugge-Kortrijk over en komen via de Stationsstraat terug op het dorpsplein aan.

Zedelgem, gemeente in België, prov. West-Vlaanderen, arr. Brugge, 60,34 km2, met 21!381 inw.
Zedelgem, gelegen in het Westelijk Houtland, is een industriegemeente (metaalverwerkende bedrijven [o.m. landbouwmachines], meubelen) met landbouw. Van de werkbevolking is 6,3% actief in de landbouw, 38,8% in de industrie, 53% in de dienstensector en 3,2% bedrijf onbekend. Neogotische St.-Laurentiuskerk (1842) met 12de-eeuwse romaanse toren en doopvont in Doornikse natuursteen. Neolithische en Romeinse vondsten.
De huidige gemeente ontstond in 1977 door samenvoeging van de toen opgeheven gelijknamige gemeente (6578 inw.) met Aartrijke (waarvan een deel naar Torhout ging), Loppem en Veldegem.

Bokrijk, Provinciaal domein van, recreatiegebied in de Belgische gem. Genk, 540 ha, behorend tot het Park Midden-Limburg. Het omvat o.a. bossen, vijvers, wandelparken, een arboretum met laboratorium, sport- en speelterreinen en een (oorspronkelijk aan de Kempen gewijd) openluchtmuseum (1958), dat gebouwen uit alle Vlaamse provincies bezit. In 1970 werd een Natuurwetenschappelijk Museum geopend. Het domein, sinds 1938 provinciaal eigendom, was tot de Franse Revolutie eigendom van de abdij van Herkenrode.

Mercier, Désiré Joseph (Eigenbrakel 21 nov. 1851 – Brussel 23 jan. 1926), aartsbisschop van Mechelen en kardinaal, wijsgeer, was eerst leraar aan het seminarie te Mechelen en werd in 1882 titularis van de op verzoek van paus Leo XIII te Leuven opgerichte leerstoel voor thomistische wijsbegeerte. Hier beoogde hij het programma uit te voeren dat door de encycliek Aeterni Patris (1879) was voorgehouden: de wijsbegeerte van Thomas van Aquino laten herleven, haar harmoniëren met de toenmalige stand van de wetenschap en haar invloed uitbreiden over de sociale disciplines. Het succes van zijn onderwijs verzekerde hem pauselijke steun bij de oprichting van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte te Leuven, waarvan hij voorzitter werd in 1889.
De filosofie is volgens Mercier een zuiver rationele aangelegenheid, die vrij moet blijven van alle theologische of apologetische bekommernis; ze is geen afgewerkt systeem, maar een steeds verder gaand onderzoek. In de metafysica wijst Mercier elke aprioristische methode af en beroept hij zich veelal op de ervaring. In de psychologie, waarnaar zijn meeste belangstelling uitging, beroept hij zich op biologie, fysiologie en neurologie om de substantiële eenheid te tonen van de mens en de hylemorfistische verklaring van deze eenheid te staven; in 1892 richtte hij een van de allereerste laboratoria voor experimentele psychologie op. Het kenkritische probleem herleidde hij tot de vraag naar het criterium van waarheid en zekerheid; het waarheidscriterium moet geboden worden door een evidentie die alleen op het plan van de abstracte ideeën bereikt kan worden; men moet zich dan verder beroepen op de oorzakelijke verklaring van hun inhoud om de werkelijkheidswaarde van deze evidenties te garanderen.

1. Politieke stellingname

Op 7 febr. 1906 werd Mercier benoemd tot aartsbisschop van Mechelen; in 1907 werd hij kardinaal. Voor de Eerste Wereldoorlog liet hij zich actief in met het politieke leven: hij identificeerde de belangen van de katholieken in België met de door de Franstalige bourgeoisie beheerste katholieke partij, die hem de beste waarborg leek voor de vrijheid van de kerk en een afweermiddel tegen een antireligieus marxisme. De herderlijke brieven waarin hij tijdens de oorlog het verzet van de bevolking tegen de Duitse bezetting stijfde, verschaften hem groot aanzien in zijn land en bij de geallieerden.
Na 1918 toonde hij zich meer bezorgd om nationale eenheid, uit hoofde waarvan hij de eisen van de Vlaamse Beweging bestreed en zich o.m. sterk verzette tegen de vernederlandsing van het onderwijs in Vlaanderen, in het bijzonder van het universitair onderwijs. Ook was hij bezorgd om de problemen van de gehele kerk: hij stichtte in 1920 de Union Internationale d’Études Sociales, die in 1927 een Code Social publiceerde, en in 1921, 1923 en 1925 zat hij de Mechelse besprekingen voor die, op initiatief van Lord Halifax, de voorwaarden onderzochten voor een hereniging van de Anglicaanse en de Katholieke Kerk.